“Team tompouce! Wie zit er in team tompouce?” Een paar kinderen stormen deze maandagochtend in de aula van basisschool De Beemd naar voren.
Ze pakken een fietswiel op, dat ze eerder al versierd hebben met allerlei accessoires in de kleuren geel en roze. Onder leiding van beeldend kunstenaar Inge Bollen gaan ze deze ochtend verder met het ‘dicht maken’ van de spaken van het wiel. Allerlei (kleine) voorwerpen in geel en roze worden gebruikt om in het wiel te bevestigen, terwijl andere groepjes bezig zijn met eenzelfde opdracht in andere kleuren. De opdracht is onderdeel van de Cultuurweek die van 14 t/m 21 december plaatsvond op het Schijndelse EBC Icarus (basisscholen De Beemd en De Kring). Een week die geheel in het teken stond van ‘De dag van de langste nacht’.
Licht, schaduwen en projecties
“Licht en donker staan deze week centraal. De donkere dagen en het licht dat we zelf brengen…”, vertelt kunstenaar Jillis Verbeek hierover. Jillis is deze zelfde ochtend in zijn ‘Lichtatelier’ bezig met projecties, schaduwen en andere aspecten van licht. “Dit thema is heel erg veelzijdig; je kunt er ontzettend veel mee doen”, zegt Jillis. “Licht vertelt ons verhalen. Als je dingen vanuit licht bekijkt, vertelt het ons iets anders dan wanneer je ze vanuit donkerte bekijkt. Andersom is het donker onvoorspelbaar. Het kan zijn dat je er bang voor bent. Dat leidt tot mooie gesprekken met de kinderen: waar ben je bang voor? En waarom ben jij daar wel bang voor en iemand anders niet? Hoe maak je beelden met licht en hoe vertel je je verhaal met licht? Het prentenboek De Aankomst van Shaun Tan is voor mij steeds aanleiding om over licht, donker en schaduw te praten met de leerlingen.”
“We voeren prachtige gesprekken met kinderen: waar ben jij bang voor en waarom iemand anders niet?”
Bovendien bieden licht en donker veel mogelijkheden om mee aan de slag te gaan, zo geeft Jillis aan. In het Lichtatelier heeft hij verschillende houten kubussen staan met aan één zijde een dun, wit doek, waar (zak)lampen in bevestigd zijn. Door figuren te plaatsen in de kubus, ontstaan projecties op het doek. “Op deze manier kunnen kinderen experimenteren met projecties”, laat Jillis zien. “Ze kunnen letterlijk vorm geven aan hun ideeën. Doordat we dat combineren met de kennis die we overdragen binnen deze lessen over licht en donker, spreken we met deze lessen zowel het cognitieve als het creatief-artistieke brein aan. Ze moeten bovendien nadenken over het verhaal dat ze willen vertellen met hun projecties: wat vertel ik en wat vertelt dat over mijzelf?” Tegen de kinderen die intussen binnendruppelen in het Lichtatelier: “Niet alleen wij verwonderen ons over het licht… kijk hier, uit dit prentenboek waar we vorige week ook al eens in gekeken hebben, heb ik één prent gekozen. Wat zien jullie hier?” “De staart van het nachtbeest!” “En wat zie je hier op de achtergrond?” “Dat is de schaduw van de staart!” “Ja, precies”, zegt Jillis. “Dit mogen jullie nu gaan maken met lichtprojecties: schaduw, staart, nachtbeest in de stad.” Terwijl de kinderen aan de slag gaan met wc-rolletjes, papier, textiel en allerlei andere materialen, vraagt één meisje zich af: “Ik moet de nacht maken, maar ik heb zo véél licht… hoe moet dat nou?”
Procesdenken
“Een kind is zoveel méér dan de basisvaardigheden die we op school aanbieden”, zegt Lambèr Gevers ondertussen in de directiekamer van EBC Icarus. Lambèr is directeur van EBC Icarus en een groot voorstander van een ‘cultuurrijke school’, zo geeft hij aan. “Voor De Beemd is dat zelfs opgenomen in onze schooldoelen en op De Kring is cultuur sowieso verweven in ons thematische onderwijs”, vertelt hij. “De afgelopen jaren is vanuit de overheid en de inspectie héél erg ingestoken op het versterken van de basisvaardigheden. Maar zoals ik al zei: een kind is zoveel meer dan dat. En een méns is zoveel meer dan dat. Dus als ik ook maar enigszins aan cultuurbevordering kan doen, dan doe ik dat. In de ontwikkeling van een kind speelt het primair onderwijs een grote rol. Je wil dan ook dat kinderen kennismaken met een breed palet aan mogelijkheden. Niet alleen voor de ontwikkeling, maar ook voor de keuzes die ze later maken. Als je nog nooit vloeipapier in je handen hebt gehad, of een muziekinstrument hebt bespeeld… dan weet je ook niet dat je daar óók voor kunt kiezen in de toekomst. Het leven bestaat niet alleen uit 1+1=2. Daarom is het belangrijk voor kinderen om overal een keer van te proeven. Bovendien is ook het procesdenken héél belangrijk hierin. Als leerkrachten denken we graag in het product van onze inspanningen. Daar worden we ook op beoordeeld door de inspectie. Maar voor een leerling is het proces eigenlijk veel belangrijker. Jillis zegt gewoon: we zien wel wat er gebeurt; er wordt iets gecreëerd en dat is goed. In het geval van cultuureducatie willen wij daar ook meer naartoe groeien.”
Supertrots
In de aula van De Beemd praat Inge na met de kinderen over de fietswielen die ze inmiddels volledig gevuld hebben. “Wát een energie, wat is hier hard gewerkt!” zegt ze. “Waarom is dit nou een andere les dan jullie gewend zijn?” “Omdat je het samen doet!” roept een jongetje. “En omdat het met allemaal gewone spullen gemaakt wordt!” roept een meisje. “Ja!” zegt Inge. “Zie je nu dat je heel goed kunt knutselen met spullen die je gewoon thuis hebt? Ik ben supertrots op jullie werk!” En na afloop van het nagesprek: “Tijdens de vorige les zei één van de jongens dat-ie eigenlijk helemaal niet van knutselen hield, maar dat-ie dit wél heel leuk vond. Dat vond ik zo’n mooie reactie. Dit is een échte doe-les. Toen ik uitleg gaf over wat je met de fietswielen moest doen, begonnen sommigen te overleggen. Maar de meeste kinderen gíngen gewoon. En dat is voor hen zo goed! Want door te doen maak je andere verbindingen aan in je hersenen. Je loopt tegen een probleem aan, het lukt niet, je faalt en je moet op zoek naar alternatieven en out-of-the-box denken. Zo leer je dat je het uiteindelijk tóch voor elkaar kunt krijgen. Wij geven ze de tijd en het materiaal om net zo lang te stoeien totdat ze erachter komen dat het wél kan. En volgens mij is dat leerzaam voor het hele leven. Want je gaat tegen dingen aanlopen. Hoe fijn is het dan als je doorzettingsvermogen hebt en out-of-the-box kunt denken?”
Drie dagen later, tijdens de grote expositie, staan de fietswielen prachtig verlicht naast elkaar opgesteld. Een jongen uit groep 5 staat er trots naast. “Wat is dat mooi geworden hè oma!” Zijn gezicht straalt net zo hard als de lichtjes die deze week centraal stonden.