Gezichten die boekdelen spreken

Hoe schreef je een verhaal in de tijd dat er nog geen laptops, tablets en zelfs balpennen waren? Wat had je daarvoor nodig?


En waarom werd dat eigenlijk monnikenwerk genoemd? In ‘Van ganzenveer tot iPad’, een lesprogramma van museum Krona in Uden, komen deze én vele andere vragen aan bod. Van geschiedenis en erfgoed tot creativiteit en taalontwikkeling: Van ganzenveer tot iPad prikkelt de nieuwsgierigheid van jonge leerlingen op vele verschillende manieren!

“Ik hoop dat je deze mee naar huis mag nemen, want dan neem ik ‘m mee naar een museum en dan ga ik ‘m verkopen!” zegt een jongen van groep 4B van basisschool De Regenboog uit Schijndel. “Voor hoeveel?” vraagt zijn klasgenootje. “Want als je ‘m voor veel wilt verkopen, zou ik er je naam op zetten, dan levert-ie meer op!” De jongens werken deze ochtend in museum Krona aan hun eigen middeleeuwse letter. De letter, uitgeprint door een moderne printer, maar geheel in de stijl van de boeken van weleer, hebben de leerlingen eerst met een kroontjespen heel voorzichtig overgetrokken. Nu mogen ze de letter naar hun eigen idee(en) versieren.

Ondergedompeld in de middeleeuwen
Het versieren van de letter is onderdeel van een bezoek aan het museum, waarbij de leerlingen een paar uur helemaal ondergedompeld worden in het leven in een middeleeuws klooster. Met een heuse pij aan verkennen ze allereerst het museum en het klooster, waarna ze samenkomen in een grote ruimte op de begane grond van het museum. Hier bekijken de kinderen allereerst een kort animatiefilmpje over de manier waarop men vroeger schreef. Zo zien ze onder andere dat er vroeger een gans gevangen moest worden om te kunnen schrijven met een ganzenveer, en een geit om perkament te kunnen maken van de huid.

Na het filmpje mogen de kinderen zelf aan de slag. “Jullie gaan ook met een ganzenveer schrijven, en met inkt”, vertelt vrijwilliger Carl van het museum. “Je gaat eerst de letter met potlood overtrekken en dan pas met de inkt. Doe dat héél voorzichtig, niet te dik. De rest mag je inkleuren. Je mag alles doen; je mag het zo mooi maken als je zélf wil!” In opperste concentratie gaan de leerlingen aan de slag. De gezichten ernstig, de puntjes van de tongen uit de mond. “Vinden jullie het spannend?” vraagt Carl. “Ja!” “Dat snap ik wel, je hebt hier veel geduld voor nodig! Maar bedenk maar: als je het iets te dik gedaan hebt of er zit een lijntje niet goed, dan werken we dat zo wel bij.”

“Vinden jullie het spannend? Dat snap ik wel, je hebt hier veel geduld voor nodig.”

“Echt héél oud”
Terwijl de kinderen in drie groepen aan grote tafels werken aan de letters, komt vrijwilliger Roos de groepen om de beurt halen voor een bezoek aan een aantal specifieke ruimtes van het museum. In een kamer met allerlei lades en vitrines, vraagt Roos: “Weten jullie dat moeilijke woord nog voor papier?” Fronsende gezichten. “Perka…” “…ment!” “Ja, heel goed!” “Is dat dan van een echte geit gemaakt?” vraagt één van de meiden. “Ja,” antwoordt Roos. “Wat zielig!” “Oooohh, dit is wel echt héél oud!” roept een meisje bij een boek dat Roos uit de vitrine pakt. “En groot! Niet aanraken!” roept haar klasgenootje. “Daarom doe ik ook even handschoenen aan”, lacht Roos. “Weten jullie welke taal dit is?” vervolgt ze. De kinderen kijken nadenkend. “Dit is Latijn”, zegt Roos. “En kijk eens naar deze prachtig versierde letter. Zien jullie welke letter dat is?” “De B!” roepen de kinderen. “En deze?” “Dat is de A!”

“Hoe oud is dit boek?” vraagt één van de leerlingen. “Zeker meer dan 100 jaar”, zegt Roos. “En wat is dat?” vraagt een meisje dat wijst naar een extra flapje dat in het boek geplakt lijkt. “Ik denk dat ze iets vergeten waren, en dat ze dat er naderhand nog tussen hebben geplakt. Doe deze la maar eens open.” “Oooohhh!” roept een jongen. “Dit boek is al héél oud”, zegt Roos. “Het komt uit 15e eeuw!”

Enthousiasme en nieuwsgierigheid
“Kijk, dit is een mini-boek en dit is een XXL-boek!” “En wat is er achter die deur?” Het is duidelijk dat de eeuwenoude boeken nog veel meer vragen oproepen dan Roos in deze korte tijd kan beantwoorden. Vol enthousiasme en nieuwsgierigheid vertrekken de kinderen weer richting hun ganzenveren.

Ondertussen zitten de twee andere groepen nog vlijtig aan de letters te werken. “Juffrouw, kijk eens!” “Wauw, das een echte feestletter!” “Kijk, ik heb een vis getekend in de binnenkant van deze P!” “Ze zijn lekker bezig he, ieder met zijn of haar eigen creativiteit”, zegt een moeder die deze ochtend meegekomen is met de groep. “Ik vind die foutjes die ik heb gemaakt niet leuk, daar ga ik emoji’s van maken!” roept één van de jongens. En zo zijn er allerlei reacties: “Dit is een monster!” “Kijk, deze letter R eet een hamburger!” “Maar waarom is die hamburger paars?” “Dat kan toch, het is fantasie!”

“Toen ik hem zo draaide, zag ik ineens een slang!” “Wauw! Zie je wel, er komt vanzelf iets, als je maar begint.”

Procesgericht werken
“Ik weet niet wat ik moet doen”, zegt een jongen, die er een beetje sip bij zit. “Dan begin je gewoon met inkleuren, dan komt de rest van de inspiratie vanzelf”, reageert Priscilla, de leerkracht van deze groep. “Wat vind je een mooie kleur?” Terwijl de jongen aan de slag gaat, zegt Priscilla: “Ik vind dit een erg leuke ochtend; de beleving is hier heel groot, dat vind ik echt een meerwaarde. Ik bedoel: ik kan proberen om op school iets over zo’n oud klooster of eeuwenoude boeken te vertellen, maar als je hier bént, met een pij aan, dan beleef je de geschiedenis echt. Daarnaast zijn en blijven het kinderen, dus ze moeten ook iets mogen dóén. Er is goed nagedacht over de combinatie tussen de geschiedenisbeleving en deze creatieve opdracht. Je ziet ook echt verschil tussen kinderen: sommige kleuren keurig binnen de lijntjes, andere maken er een heel kunstwerk van. Het feit dat het eindresultaat niet vastligt, past bij onze visie op cultuureducatie: procesgericht werken. De opdracht is niet dat het een mooie letter moet worden, maar de focus ligt op het proces dat doorlopen wordt. Kijk naar die jongen die zijn foutjes bedekt met emoji’s of het meisje dat die vis zag in de letter P. Of deze jongen; hij wilde iets met zijn favoriete club Feyenoord doen, maar dat lukte niet goed genoeg naar zijn zin. Nu is het iets heel anders geworden. Juist dat proces wakkert de creativiteit aan!”

Kleurrijke kunstwerken
De jongen die niet wist hoe hij moest beginnen, heeft inmiddels een prachtige slang gemaakt van zijn letter. “Toen ik hem zo draaide, zag ik ineens een slang!” zegt hij. “Wauw!” reageert Priscilla. “Zie je wel, er komt vanzelf iets, als je maar begint.” Aan het eind mogen de leerlingen op de foto’s met de versierde letters, die variëren van heel kleurrijk tot kunstwerken in één kleur. Carl: “Wat is dat mooi geworden zeg! Ik zal tegen de zusters zeggen dat jullie hier wel boeken kunnen komen schrijven.” Als ze allemaal klaarstaan, roept hij: “Say cheese!” Maar dat is eigenlijk niet nodig; de gezichtjes die glimmen van trots spreken boekdelen.

Tekst: Dinges Tekst en Tekstadvies